Wie heeft recht op aanvullende vakantie?
Enkel die arbeiders die in België een activiteit aan- of hervatten hebben recht op aanvullende vakantie.
Onder 'hervatten van een activiteit' wordt verstaan: elke hervatting van een activiteit na een stopzetting of volledige opschorting van de arbeidsovereenkomst.
Het gaat hier bijvoorbeeld om tewerkstelling na:
- een periode van volledige werkloosheid
- verlengde ongeschiktheid (ziekte)
- loopbaanonderbreking
- voltijds of deeltijds ouderschapsverlof
- …
Dit slaat ook op:
- de werknemer die na een periode van activiteit in het buitenland in België begint te werken als loontrekkende
- de zelfstandige die overgaat naar het statuut van loontrekkende
- de werknemer die van de openbare naar de privésector overstapt
De verhoging van het arbeidsstelsel is eveneens van toepassing in de volgende gevallen:
- de deeltijdse werknemer die overschakelt naar een voltijds arbeidsstelsel tijdens het vakantiejaar;
- de deeltijdse werknemer die, tijdens het vakantiejaar, zijn arbeidsstelsel verhoogt met ten minste 20 % van een voltijds arbeidsstelsel ten opzichte van het gemiddelde van zijn arbeidsstelsel(s) tijdens het vakantiejaar.
Deze regel geldt voor de toegang tot het stelsel van de aanvullende vakantie van de werknemers voor wie de berekening van de duur van de vakantie ten opzichte van zijn arbeidsstelsel tijdens het vakantiedienstjaar leidt tot een tekort van ten minste vier dagen vakantie om aanspraak te kunnen maken op vier weken vakantie.